
“Ik ben toch wel een paar keer gevallen. Ik had gewoon medelijden met mn motortje.”
Het was een monsteretappe vandaag. “Zo warm, het terrein was zo kapotgereden, zo zwaar.. Na 2 keer oprapen ben je haast leeg door die warmte. Dat kost zo veel energie!”
Sjaak Martens klonk iets minder enthousiast dan de voorgaande dagen. Het was goed te horen dat hij moe was, zijn routine af wilde werken met eten, drinken, roadbook en naar bed wilde. De auto’s, motoren en vrachtwagens reden allemaal tegelijk in het veld vandaag. Je wil niet weten hoe zwaar het dan voor de motoren is om door die diepe vrachtwagensporen te moeten buffelen. Het is al een hels karwei om door die duinen heen te komen en dan woelen zij alles nog extra om. Alsof het nog niet gek genoeg is!”
“Het eerste waypoint, ik kon het niet vinden!”
Sjaak dacht dat hij wel een uur had verspeeld met het zoeken naar het eerste waypoint. Hij kreeg de melding: ‘Skip waypoint? Yes/No’ op zijn gps waardoor Sjaak wist dat hij hem gemist had.
“Nee natuurlijk sla ik die niet over,” mompelde Sjaak in zijn helm en draaide de motor, om zijn waypoint op te halen. “Het was een hele toer om die te pakken te krijgen. Er reed van alles rond met zichtbaar hetzelfde probleem.” Het was een rare lus die gemaakt moest worden om het waypoint op te pikken. “Het leek wel of we een soort achtje moesten rijden en we kwamen er op hetzelfde punt weer uit als we erin gingen.” Dat was heel onlogisch volgens Sjaak. Ergens ‘in moeten rijden’ klinkt heel gek, maar dat komt doordat de duinen een soort labyrint zijn als je er tussen rijdt. Je ziet niet wat er achter een duin is en soms rijd je gewoon door een soort van gangenstelsel tussen de voeten van de duinen met links en rechts niet meer dan een muur van zand.
Uiteindelijk had Sjaak het waypoint te pakken en kon hij door. Met het gevoel dat hij er een uur op had verloren probeerde hij die tijd een beetje goed te maken. Als je dan merkt dat je uitgeput begint te raken omdat je de zware motor een paar keer op hebt moeten tillen uit het losse zand, moet je gaan rijden om de finish halen. “Ik kreeg hem haast niet uit die losse bende opgetild” zei Sjaak. “Ik had ergens een hele steile klim met een soort betonplaat ineens op de wand van die duin. Ja, en toen schoof het achterwiel weg en daar lag hij weer. Ik had gewoon medelijden met mijn motortje!” Niet veel later kwam Sjaak nog in een gat terecht en dacht hij: “oke.. dit moet ik gewoon even anders benaderen. Moet er gewoon maar even het beste van maken.” En zo is hij iets rustiger richting finish aan het buffelen gegaan.